Keti Koti, Sranantongo voor “verbroken ketenen”, is een herdenkings- en feestdag waarop jaarlijks op 1 juli de afschaffing van de slavernij wordt gemarkeerd. In 1863 schafte Nederland de slavernij wettelijk af in Suriname en het Caribisch deel van het Koninkrijk. Op papier betekende dat vrijheid voor ruim 45.000 mensen, maar in werkelijkheid moesten velen in Suriname nog tien jaar onder dwang blijven doorwerken. Pas in 1873 waren zij écht vrij.
In Suriname wordt deze dag gevierd als Emancipatiedag, met optochten, muziek en familie. Ook in Nederland groeit de aandacht. Rond 1 juli vinden steeds meer evenementen plaats, zoals de Bigi Spikri-optocht, de herdenking op het Museumplein en het festival Zuidoost Beseft in het Nelson Mandelapark, Keti Koti festival in Almere etc.
Toch is 1 juli nog altijd geen nationale vrije dag. En dat roept vragen op.
Waarom 1 juli meer zichtbaarheid verdient
Voor veel Nederlanders – en in het bijzonder voor nazaten van tot slaaf gemaakten – is 1 juli een dag van rouw, reflectie én trots. Toch is het voor velen een gewone werkdag. Het gebrek aan officiële erkenning maakt het lastig om deze belangrijke dag zichtbaar en betekenisvol te maken op de werkvloer of in het onderwijs. Terwijl de geschiedenis van slavernij en kolonialisme diep verweven is met ons land en met de mensen die het rijk maken.
Er is wel beweging. Afgelopen week dienden verschillende Kamerleden een motie in om van Keti Koti een nationale herdenkings- én feestdag te maken om ruimte te creëren voor bewustwording, gesprek en gezamenlijk herdenken.
Wat leren jongeren hierover?
De aandacht voor het slavernijverleden in het onderwijs is wisselend. Een recent voorbeeld uit de praktijk van een geschiedenisdocent van RSG Broklede in Breukelen. Hij besteedt zes weken aan het slavernijverleden, met ruimte voor multiperspectiviteit, onderzoek en dialoog in de klas. Leerlingen duiken in historische bronnen, stellen kritische vragen en vormen hun eigen inzichten.
Een krachtig voorbeeld, maar nog niet de standaard. Veel scholen geven aan dat het huidige curriculum weinig ruimte biedt voor structurele aandacht voor kolonialisme en slavernij. Of het gebeurt, hangt vaak af van de inzet van individuele docenten.
En op de werkvloer?
Veel organisaties noemen inclusie als kernwaarde, maar rondom 1 juli blijft het vaak stil. Slechts een beperkt aantal werkgevers erkent Keti Koti als een bijzondere dag. Toch zien we ook mooie voorbeelden.
Alliander had ook dit jaar een lunch georganiseerd met Surinaamse gerechten en biedt ruimte aan medewerkers om hun verhalen te delen en stimuleert open gesprek op de werkvloer. Zulke initiatieven versterken de onderlinge verbondenheid en laten zien dat inclusie geen abstract begrip hoeft te zijn, maar tastbaar en voelbaar kan worden gemaakt.
Er zijn ook organisaties die medewerkers de mogelijkheid geven om één nationale feestdag naar keuze in te wisselen voor een persoonlijke of culturele feestdag, zoals Keti Koti. Dat lijkt een klein gebaar, maar het kan veel betekenen voor mensen die zich vaak onzichtbaar voelen op dagen die voor hen juist zoveel betekenis hebben.
Hoe kunnen organisaties, scholen en jij bijdragen aan erkenning?
Erkenning begint niet bij schuld, maar bij aandacht. Niet bij verwijt, maar bij luisteren. Iedereen kan bijdragen aan het zichtbaar maken van Keti Koti en het vergroten van bewustwording rondom het slavernijverleden.
Voor individuen ligt de kracht vaak in bewustwording en gesprek. Bezoek een tentoonstelling, een herdenking of een evenement zoals het festival Zuidoost Beseft. Volg makers, schrijvers of initiatieven die deze geschiedenis en haar doorwerking belichten. En praat erover, thuis of op het werk, ook als het ongemakkelijk voelt.
Organisaties kunnen ruimte bieden om 1 juli te herdenken of vieren, bijvoorbeeld via flexibele werktijden of een vrij in te zetten feestdag. Benoem Keti Koti actief in interne communicatie, organiseer een bijeenkomst of geef medewerkers met een persoonlijke band met deze dag de ruimte om hun verhaal te delen.
Onderwijsinstellingen kunnen bijdragen door structureel aandacht te besteden aan het koloniale verleden, in het curriculum, maar ook via projecten, gastsprekers of excursies. Door leerlingen meerdere perspectieven aan te reiken, ontstaat ruimte voor begrip, reflectie en echte dialoog.
Wat doet MXIT?
Bij MXIT geloven we dat échte inclusie begint bij erkenning. Niet alleen van wie iemand nu is, maar ook van het verhaal dat iemand met zich meedraagt. Via ons platform ondersteunen we organisaties bij het creëren van inclusieve werkplekken, waar verhalen gehoord mogen worden en bewustwording centraal staat.
Keti Koti herdenken en vieren is daar een belangrijk onderdeel van. Wil je samen kijken hoe jouw organisatie of team hiermee aan de slag kan? We denken graag met je mee.
Neem contact op via info@mxit.nl